Postbus 1184 | 1200 BD Hilversum
Tel: +31 35 7123 530

sterk in arbeidsrecht
sterk in arbeidsrecht

ontrafelen tot in de kern

 

 

Mr J.M.W. Feijen heeft in het rechtsgebiedenregister van de Nederlandse orde van advocaten de volgende hoofd- (en sub) rechtsgebieden geregistreerd: Arbeidsrecht. Op grond van deze registratie is hij/zij verplicht elk kalenderjaar volgens de normen van de Nederlandse orde van advocaten tien opleidingspunten te behalen op ieder geregistreerd hoofdrechtsgebied.

Ontslag op staande voet; oud recht, nieuw recht en overgangsrecht

Op 19 augustus jl. heeft de kantonrechter te Amsterdam helderheid geboden over het toepasselijke recht van een voorwaardelijke ontbindingsprocedure bij een voor 1 juli 2015 gegeven ontslag op staande voet. In de onderhavige situatie betrof het een werkneemster die op 2 juni 2015 op staande voet was ontslagen. Het ontslag op staande voet was derhalve nog voor de inwerkingtreding van de WWZ gegeven. De werkneemster heeft zich tegen het ontslag op staande voet verzet en heeft in kort geding loondoorbetaling en wedertewerkstelling gevorderd. Om de risico's van een lange loondoorbetalingsverplichting te voorkomen (althans om daar duidelijkheid in te verkrijgen) is de werkgeefter vervolgens een voorwaardelijke ontbindingsprocedure gestart. Beide procedures zijn echter na 1 juli 2015 gestart en derhalve na de inwerkingtreding van de WWZ.

Voordat de kantonrechter zich uitlaat over de inhoudelijke kwestie, geeft deze eerst helderheid over welk recht er op het voorwaardelijke verzoekschrift (en het kort geding) van toepassing is. Is dit nog het oude recht of moeten deze kwesties aan de hand van de WWZ worden beoordeeld. Het overgangsrecht bepaalt dat opzeggingen gedaan voor 1 juli 2015 en gedingen die daar betrekking op hebben nog onder het oude recht moeten worden afgedaan. Wat is echter "betrekking hebben op"? De kantonrechter antwoordt hierop dat beide procedures betrekking hebben op het voor 1 juli 2015 ontslag op staande voet. Dit omdat de vordering in kort geding rechtstreeks afhankelijk is van het oordeel of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is en ten aanzien van de voorwaardelijke ontbindingsprocedure gaat het om nagenoeg hetzelfde feitencomplex.

Het vonnis van de kantonrechter lijkt ons ook de meest juiste en consistente benadering. Dit zodat er ten aanzien van een ontslag op staande voet en alles wat daarop volgt (er zou zelfs voor het kort geding ook nog een hoger beroep aanhangig kunnen worden gemaakt) geen verwarring ontstaat wanneer welk recht zou dienen te gelden. Dateert het ontslag van voor 1 juli 2015 dan gelden voor de daarmee verbonden procedures het oude recht en dateert het ontslag van na 1 juli 2015 dan geldt de WWZ. In ieder geval duidelijk!

STERK IN ARBEIDSRECHT

Linkedin Twitter Telefoon



© 2024 Feijen Advocatuur

Design: Vanthel Vormgeving | Webdevelopment: burovandernet